75 DOLLAR BILL - I WAS REAL

Toen een paar jaar geleden de eerste release van Glitterbeat-dochter tak:til, “Wood/Metal/Plastic/Pattern/Rhythm/Rock” verscheen, stond het recensentenwereldje -volkomen terecht overigens- zo’n beetje op z’n kop: wat we op die plaat te horen kregen, was tot dan toe zo goed als onbekend voor het gros der muziekschrijvers en -liefhebbers. Knippen en plakken, achterstevoren monteren, strippen tot op het bot…het waren weliswaar subdisciplines die we al wel ergens opgevangen hadden, maar niet in de gecondenseerde mate waarin 75 Dollar Bill het ons oplepelde. Dat duo met standplaats New York City, bestaat uit percussionist Rick Brown en gitarist Che Chen, twee heren die erg goed begrepen hebben dat de wereld iets groter is dan wat je met je eigen ogen vanuit je eigen buurt kunt zien en die dus stadsblues vermengen met woestijnritmes en minimalistische folkriffs. Dat leidt in hun geval tot een heel eigen geluid, waarin je elk van die onderdelen kunt herkennen, maar waarvan het totaal eindeloos veel keren groter is dan de som van de delen.

Het duo deed voor deze nieuwe plaat -die zowel een enkele CD als een dubbele LP is- een beroep op het merendeel der oude getrouwen, die ook op “WMPPRR” meespeelden, maar breidde de inbreng van gastmuzikanten nog uit, zodat je uiteindelijk tot tien mensen tegelijk aan het werk kunt horen. Dat verbreedt natuurlijk het spectrum en in dit geval verlaagt het ook de drempel: waar op de vorige plaat al eens gevreesd mocht worden dat niet-geoefende luisteraars niet eens de doorgaans vrij lang uitgesponnen intro’s zouden overleven, is deze dubbelaar danig toegankelijk, vind ik, al blijven de ritmes lichtjes ongebruikelijk voor westerse oren en al wordt er ook nu met microtonaliteiten gewerkt, onder meer via de quarter-tone gitaar van Steven Maing. Een aantal van de nummers -de negen samen leveren 70 minuten muziek op- zijn bewerkingen van dingen die vroeger alleen op de eerste cassettes van het duo Brown/Chen te vinden waren: zo is opener “Every Last Coffee or Tea” een arrangement voor zes muzikanten van één van de allereerste songs uit “Cassette” en wordt in “C or T” een aantal restjes gebruikt, die opgenomen waren voor de intro van wat nu die herwerkte opener werd.

Voor “Tetuzi Akiyama" greep de band terug naar Miles Davis’ “Jack Johnson”-plaat: Miles schreef een aantal nummers, die hij opdroeg aan boksers die hij bewonderde en 75DB had hetzelfde plan, maar dan opgedragen aan bewonderde gitaristen, maar kwam voorlopig niet verder dan deze ene, wiens “Don’t Forget to Boogie”-plaat voor Che Chen een heuse mijlpaal is. De plaattitel voor deze dubbelaar werd geleend van de Motown-song “He Was Really Sayiing Something” van The Velvelettes en is voor 75DB al heel lang het slotnummer van hun live-sets, waarbij ze het nummer wel eens een half uur lang durfden te maken. De versie hier duurt “nauwelijks” 17 minuten is is dus relatief kort, maar niettemin ongemeen boeiend, met ondermeer het geluid van plafondventilatoren, ijsmachines, verkeer en pratende mensen er doorheen gemixt.

LP 2 is opgehangen aan de zogeheten “WZN”-tracks: de originele tracks werden van overdubs voorzien door zes of zeven van de gastmuzikanten, waarna de originele tracks weggehaald werden en je vandaag dus hoort wat ze speelden, zonder dat je hoort waarop ze mééspeelden. Erg intrigerend, zeker als je “WZN#3 (verso)” naast “WZN #3” legt en daarna “WZN #4” draait: de wisselwerking tussen microtonale mineur- en majeurschalen wordt hier erg duidelijk gemaakt. Beetje moeilijk allemaal? Met woorden misschien wel, maar zodra je dit hoort, ben je verkocht, zeker als je tussendoor ook nog “There is no Such Thing as a King Bee” geserveerd krijgt, waarin Slim Harpo’s meest bekende song helemaal uitgekleed wordt. Enfin, samengevat: dit woestijnblues uit de grootstad en bij deze van harte aanbevolen aan eenieder, die bereid is tot echt luisteren!

(Dani Heyvaert)

 

Artiest info
Website  
 

label: Glitterbeat
distr.: Xango

video